1
Maar eenmaal aan de wandel denk je dat het bos echt betoverd is, met dansende bomen:
2
Eenmaal gewend aan dat de bomen hier dansen voel je je opeens ontzettend klein, net een kabouter zo groot zijn die bloemen die je dan tegen komt:
3
Dansende bomen en reusachtige bloemen, het moet niet gekker worden. En dan kom je schitterende symmetrie tegen:
4
Maar dat kan natuurlijk maar 1 ding betekenen, hier groeien de kroontjes voor de prinses:
5
Langzaam vervolg ik het pad, terwijl ik blijf geniet van de schoonheid om me heen:
6
Uiteraard geef ik mijn ogen goed de kost, want er groeit van alles:
7
Aan het eindje van het pad kom ik een paviljoen tegen, oud en verlaten. Het is een mooie plaats om uit te rusten en verder te dromen:
8
Het was een geslaagde en betoverende wandeling, waarvan ik nog steeds twijfel of ik hem echt heb meegemaakt of enkel gedroomd...